Gegevens
Type: Motorvrachtschip (oorspronkelijk Sleepvrachtschip)
Bouwjaar: 1914; Scheepswerf De Groot in Vrijenban; Scheepsnaam: Corjo
door firma H. Boot en Zoon
Afmetingen: 37,94 x 6,50 x 2,07 meter (L x B x D)
Tonnage: 324
Motor: Demag, 120 pk
Documenten:
Achtergrond
Het schip is in 1914 gebouwd in Vrijenban (Delft) door firma H. Boot en Zoon op scheepwerf De Groot als sleepschip Corjo. Een kastje van 38 m x 6,50m x 2.07m en 331 ton groot.
Het schip had een flinke roef, niet zo’n grote dekhut en was voorzien van een stuurstelling met een platliggend stuurrad. De stuurstand was helemaal open en er was alleen een scherm dat verschoven kon worden voor wat bescherming tegen wind en regen.
Historie
In 1939 kopen Gerrit Serné en Jacomina Johanna (Mina) de Leeuw van Weenen het schip (met hulp van opa Pieter de Leeuw van Weenen) en ze noemen het Gerja. Maar al in 1940 wordt het schip te Velzen gevorderd door de Duitsers. Gerrit en Mien moesten er op staande voet af. De verdere oorlogsjaren is het schip in Duitse handen geweest.
De Duitsers hebben de kop eraf gehaald en vervangen door een klep zodat ze er met materiaal in en uit konden rijden om naar Engeland te varen. Tijdens de oorlog is door een brandbom ook het achterschip beschadigd. Dit is nog door de Duitsers hersteld en daarbij is ook de kop er weer aangezet.
Na de oorlog is na een zoektocht het schip weer teruggevonden in Groningen met een gebroken roerkoning. Het schip was zeer uitgeleefd. Vanuit Groningen is het schip naar Klaas van Aken, Rivierdijk, Neder-Hardinxveld (Hardinxveld-Giessendam) 1907(?) – 1987, beter bekend als Scheepswerf De Hoop (bron Debinnenvaart.nl), gebracht. Het was zo’n puinhoop dat zwager Henk de Leeuw van Weenen zei: Zou je er geen boot voorzetten en het buiten Hoek van Holland brengen?
Enfin de schouders eronder gezet en van lieverlee weer opgebouwd. Dat heeft ruim een jaar geduurd. December 1946 is het schip weer in de vaart gekomen.
Begin 1951 is de Gerja betrokken geweest bij een flinke aanvaring. De kop was zo beschadigd dat het schip op het nippertje niet is gezonken. Door het waterdichte schot bleef het water in de voorpiek staan. Na leegpompen bleek het lek ongeveer 10 cm boven de waterlijn te blijven.
In 1954 is te Monnickendam een motor ingebouwd, een Demag van 120 pk. De motor kwam uit een vissersschip en is na volledige te zijn gereviseerd in de Gerja gezet. De tonnenmaat veranderde toen in 324 ton.
Vanaf 1964 tot 1967 varen schoonzoon Teun van Valen en dochter Mijntje Serné op de Gerja. Daarna varen Gerrit en zijn zoon Piet Serné samen nog een aantal jaar door.
Het schip is omstreeks 1969 gesloopt door Metaal- en Sloopwerken G. K. Timmerman te Ooltgensplaat.