In de loop van de tijd zijn verschillende publicaties geschreven over het leven van onze voorouders.
In het navolgende overzicht staan ze genoemd in volgorde van de oudste voorkomende hoofdpersoon.
Hoofdpersonen (geboortejaar) | Titel en omschrijving | Periode |
Pieter de Leeuw van Weenen (1810) | Pieter de Leeuw van Weenen 1810-1888 De geschiedenis van stamvader Pieter, de eerste ‘de Leeuw van Weenen’, zijn voorouders, het ontstaan van zijn naam, zijn jeugd als weeskind, zijn beroep als schipper en zijn huwelijk met Cornelia Lugthart (1812). Ze krijgen 13 kinderen waarvan er vier nog geen half jaar oud worden en de vijf overlevende zonen allemaal schipper worden. Pieter en Cornelia hebben samen nog hun 50-jarige huwelijksfeest mogen vieren. Dit document is samengesteld n.a.v. zijn 200ste geboortedag op 14 maart 2010. | 1810-1888 |
Cornelis de Leeuw van Weenen (1846) | Cornelis de Leeuw van Weenen, Johanna Maria Tans en hun 12 kinderen. Cornelis (Kees) was het tiende kind van de stamouders Pieter (1810) en Cornelia (1812). Wat weten we allemaal van hem? Hoe werd in die tijd geleefd? Wie waren zijn kinderen, met welke schepen werd gevaren en hoe is het hen vergaan? | 1846-1980 |
Cornelis de Leeuw van Weenen (1846) Pieter de Leeuw van Weenen (1874) | Familie de Leeuw van Weenen in Vreeswijk Twee generaties de Leeuw van Weenen hebben een aantal jaren in Vreeswijk gewoond. Cornelis (1846) heeft er nog als timmerman gewerkt en het gezin van Pieter (1874) woonde een tijdlang bij hem in. Drie kinderen van Pieter zijn getrouwd met Vreeswijkers. Hoe functioneerde Vreeswijk en stelden Vreeswijkers hun gemeenschap open voor de bezoekende schippers? | 1916-1923 |
Cornelis de Leeuw van Weenen (1846) Pieter de Leeuw van Weenen (1874) Hendrik Harber de Leeuw van Weenen (1902) | Drie Generaties de Leeuw van Weenen Fotoboek met het verhaal van Hendrik Harber (1902) beginnend met zijn grootvader Cornelis (1846). Een overzicht van de belangrijkste fasen in het leven van drie generaties de Leeuw van Weenen. Ook de volgende (vierde) generatie komt hierbij nog in beeld. | 1846-1994 |
Pieter de Leeuw van Weenen (1874) | Pieter en Elizabeth de leeuw van Weenen – Volker Het leven van Piet (1874, kleinzoon van stamvader Pieter) en zijn vrouw Bets (1878) vanaf zijn varen als schippersknecht bij zijn schoonvader. Hoe het hen verging op de diverse schepen waar ze mee voeren en hoe ze ook een tijdje op de wal in Vreeswijk woonden. Hoe doe je dat allemaal met zes kinderen? Hoe was het leven aan boord van een schip? Wat voor persoonlijkheden waren ze? | 1900-1963 |
Pieter de Leeuw van Weenen (1874) Hendrik Harber de Leeuw van Weenen (1902) Pieter de Leeuw van Weenen (1910) | Een familie gaat naar zee Het verhaal in beeld en geluid van een familie die overstapt van de binnen- naar de zeevaart en van een vader die zijn zonen aan schepen helpt. Persoonlijke ansichtkaarten geven inkijk in de belevenissen van die tijd. De video volgt achtereenvolgens de schepen Progres, Azolla, Markab, Constant en Dolfijn. | 1908-1970 |
Johanna Maria de Leeuw van Weenen (1900) Jan Jacob van Zoelen (1900) Elizabeth van Zoelen (1937) | Woonark “Watergeus” van het gezin van Jan en Jo van Zoelen-dLvW De aankoop van de ijzeren tjalk “Verandering” in 1939, de ombouw tot woonark “Watergeus” en de herinneringen van dochter Bep tot aan de verkoop in 1949. Jaren later werd de woonark door familieleden in Groningen ‘gespot’ en in 2004 door Cor en Bep Broertjes-van Zoelen opgezocht. | 1939-1949 |
Hendrik Harber de Leeuw van Weenen (1902) | Motorzeilschip “Markab” Vader Pieter (1874) kocht de Markab als eerste schip om te voorzien in schepen voor zijn kinderen, in dit geval voor zijn oudste zoon Henk (1902). Het schip stond weliswaar op naam van Henk, maar er werd gevaren voor rekening van vader Pieter. Beschrijving van het schip, de bemanning, de reizen die gemaakt werden en het varen in het algemeen. Het schip is uiteindelijk maar enkele jaren in de familie geweest, omdat het voldoende rendabel bleek om een nieuw schip te bouwen: de Constant. | 1929-1931 |
Pieter de Leeuw van Weenen (1910) | Motorschip “Dolfijn” In de familie de Leeuw van Weenen is varen lange tijd het hoofdmiddel van bestaan geweest. Dat was al zo bij de eerste drager van de naam, Pieter de Leeuw van Weenen (1810), en dit werd door volgende generaties voortgezet. De Dolfijn is het tweede schip dat vader Pieter (1874) voor zijn zonen kocht, na eerder voor Henk (1902) nu voor zijn derde zoon Pieter (1910). Het verhaal geeft een uitvoerige beschrijving van het schip en de uitgevoerde verbouwingen. Maar het gaat ook over de reizen die de Dolfijn maakte en hoe ook de kinderen Piet en Nina wel meevoeren als bemanningslid. | 1937-1973 |
Teunis de Leeuw van Weenen (1913) | Kindermeisje bij De Leeuw van Weenen Schippersdochter Janny Lievestro-IJkelenstam (1932) stapt in 1947 als 15-jarige aan boord van de Azolla. Ze werkt twee en een half jaar als kindermeisje voor de kinderen van Teunis en Jo de Leeuw van Weenen-Lenten. In haar tijd werd hun zesde kind Johanna Maria (Marian) geboren. Ook Janny’s broer Piet kwam wel aan boord als schippersknechtje. Artikel van Jaap Boersema gepubliceerd in tijdschrift Binnenvaart, uitgave 2020/5. [999-0017; uitgave 2020, A4, 3 pagina’s] | 1947-1949 |
Josina Sofia de Leeuw van Weenen – Lenten (1914) | Inkijk in een schippersleven. Het verhaal van Josina Sofia (Jo) Lenten hoe zij als dochter van een kleermaker na 8,5 jaar verkering trouwt met een schipper en schippersvrouw wordt, zoals vastgelegd in het door haar bijgehouden ‘Journaal van de Largo’ (1959-1971) en in het ‘Levensverhaal’ dat zij op 76 jarige leeftijd opschreef. | 1918-1971 |